KWALITEITSZORG

Contact

Klik hier om naar de contactpagina te gaan. Hierop bevinden zich o.a. alle contactpersonen i.v.m. MSG en de ombudspersonen.

Welke commissies buigen zich over de opleidingskwaliteit?

De CIK bestaat uit een facultaire medewerker onderwijskwaliteitszorg, een ASO vertegenwoordiger, vier opleiders, de curriculummanager en de voorzitter OC. Op die manier worden de genomen kwaliteitszorginitiatieven gedragen op alle niveaus van de opleiding. De CIK geeft permanente feedback aan de opleidingscommissie over initiatieven inzake kwaliteitszorg die in de opleiding genomen worden en volgt deze ook van nabij op.

De OC MSG is belast met de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en vernieuwing van het opleidingsprogramma van MSG. Kwaliteitszorg wordt geagendeerd op de vergaderingen van de OC MSG.

Conform artikel 35 § 1 van het OER UGent bestaat de OC MSG uit volgende stemgerechtigde leden:

  • 8 ZAP-leden uit de drie groepen specialismen (“beschouwende disciplines”, “snijdende disciplines” en “ondersteunende en overige disciplines”) incl. voorzitter en indien mogelijk secretaris,
  • 5 ASO’s ingeschreven voor de MSG (er wordt gestreefd naar 2 ASO’s uit de “beschouwende disciplines”, 1 à 2 ASO’s uit de “snijdende disciplines” en 1 à 2 ASO’s uit de “ondersteunende en overige disciplines” van de verschillende opleidingsjaren) die de wederzijdse communicatie tussen de OC MSG en de ASO’s bevorderen, knelpunten rapporteren en helpen oplossen. Bij de start van ieder AJ wordt een oproep gedaan voor nieuwe ASO-vertegenwoordigers opdat alle jaren vertegenwoordigd zouden zijn in de OC MSG.
  • 1 AAP-lid
  • 1 niet-universitaire stagemeester gezien hun belangrijke rol in het hele concept.

De OC MSG bevat volgende toegevoegde leden:

  • curriculum manager
  • alle universitaire stagemeesters die geen stemgerechtigd lid zijn
  • decaan
  • onderwijsdirecteur
  • voorzitter OC geneeskunde
  • voorzitters van werk- en stuurgroepen die geen stemgerechtigd lid zijn ( = gecoöpteerde leden)
  • leden van CIK
  • geïnteresseerde alumni
  • geïnteresseerde niet-universitaire stagemeesters
  • afgevaardigde van basisopleiding geneeskunde.

Deze vergaderingen gaan meestal door (in het UZ Gent of online) op de eerste vrijdag van elke maand (september tot en met juni) van 12u30 tot ongeveer 14u00. De belangrijkste beslissingen genomen door de commissie worden opgenomen in de nieuwsberichten.

Hoe meten we de opleidingskwaliteit?

Op niveau van de opleidingsonderdelen wil de MSG graag gerichte informatie verzamelen zodat docenten en stafleden feedback krijgen over zowel de inhoudelijke invulling van het opleidingsonderdeel als over hun didactische functioneren. Om een zo hoog mogelijk responsgraad te beogen worden deze evaluaties aan Medbook gekoppeld. Op het moment dat een ASO een bepaald opleidingsonderdeel afsluit krijgt hij/zij de vraag een korte evaluatie in te vullen.

1. Opleidingsonderdelen met schriftelijk / klinisch examen

  • Verdere inzichten in klinisch wetenschappelijk onderzoek
  • Theoretische vorming / Aanvullingen in … (deel 1 & 2)
  • Klinische vorming / Probleemoplossend vermogen in … (deel 1 & 2)

2. Opleidingsonderdelen met specifieke opdrachten

  • Evidence Based Medicine voor … (deel 1 & 2)
  • Management van de gezondheidszorg, deel 1 / Organisatie en sturing van zorgprocessen
  • Communicatie voor … (deel 1 & 2)
  • Management van de gezondheidszorg, deel 2 / Ziekenhuismanagement

3. Capita Selecta

Graag wil de opleiding meer inzetten op het zichtbaar maken van de kwaliteit van de stageplaatsen. Elke ASO krijgt de vraag om na het beëindigen van een stage de ABC vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst peilt naar de kwaliteit van het Aanbod, de Begeleiding en de Context waarbij volgende variabelen meegenomen worden: onthaal, sfeer op de dienst, leerervaringen, zelfstudie, werkorganisatie, begeleiding en algemene perceptie.

 

Om de responsgraad van de ABC bevraging zo hoog mogelijk te houden zit de bevraging nu ingebed in de “To do Lijst” van het opleidingsonderdeel Probleemoplossend vermogen / Klinische vorming.

Om beter te kunnen inspelen op vragen en frustraties van de ASO’s richt de opleiding steeds begin juli een focusgroep in. Hierbij bepalen de ASO’s de agenda en wordt er expliciet ingezet op constructieve verbetermaatregelen.

Rekening houdend met de specificiteiten van de verschillende disciplines, wordt er uit elke discipline minstens één ASO betrokken. Deze ASO’s vertolken de mening van wat leeft binnen hun discipline over MSG-gerelateerde zaken.

Vanaf 2010 worden tweejaarlijks vanuit de directie onderwijsaangelegenheden (DOWA) de studenten met een uniforme vragenlijst bevraagd over de opleiding die ze (kunnen) beëindigen. In 2012 werden voor het eerst de master-na-masteropleidingen bevraagd.