De opleiding tot orthopedisch chirurg duurt 6 jaar, waarvan de eerste twee jaar truncus communis zijn, gevolgd door 4 jaar opleiding orthopedie, waarvan minimum 2 universitaire jaren.
Tijdens de eerste twee opleidingsjaren dient de ASO deel te nemen aan de interuniversitaire basiscursus orthopedie. De ASO dient te slagen voor het examen na 2 jaar.
Tijdens het 3de, 4de en 5de jaar is er telkens een interuniversitaire cursus met opgelegde examenstof, waarvoor jaarlijks een multiple choice examen wordt afgenomen.
Op het einde van het 6de jaar wordt een mondeling examen georganiseerd.
De ASO dient verplicht deel te nemen aan het opleidingsprogramma ManaMa MSG. Een perfecte ManaMa–opvolging via het portfolio is vereist. De voorwaarden van de erkenningscommissie worden geïntegreerd in de MSG.
Maximaal aantal punten op een totaal van 100 punten | |
Interview (motivatie, persoonlijkheid) (cfr. punt 3) | 20 |
Punten* op 1000met onderstaande verdeling
3de Bachelor 25% 1ste Master 30% 2de Master 30% 3de Master, 1ste semester 15% |
20 |
Praktijkgeschiktheid (tijdens het co-assistentschap) | 20 |
Proef (vaardigheidsproef, kennistoetsing op basis van dossier of casus, …) | 30 |
Portfolio | 10 |
* Indien men niet geslaagd is voor een vak, wordt de niet geslaagde score in rekening gebracht, zodat de selectiescore toch kan berekend worden. Indien men voor een vak afwezig was zonder geldige reden, wordt een score nul verrekend. Wie ziek was of een wettige reden voor afwezigheid had moet zich hieromtrent tot de voorzitter van de opleidingscommissie geneeskunde richten; indien er een geldige reden voor afwezigheid was zal als quotering voor het vak het gemiddelde van de punten van de student in dat jaar worden genomen.
Bijkomende info m.b.t. kandidatuurstelling naast de info vermeld op bij “Procedure kandidatuurstelling”:
Persoon bij wie kandidatuur moet worden ingediend: Peggy Desmarey (peggy.desmarey@ugent.be)
Extra documenten die moeten worden bezorgd aan de dienst naast brief met motivatie, C.V. en puntenlijsten van 3de bachelor t.e.m. 1ste semester van 3de master geneeskunde: geen
Co-assistentschap
Kandidaten zijn verplicht een co-assistentschap te vervullen. Tijdens de selectieperiode zal de kandidaat gedurende telkens 1 week roteren zodat elke subdiscipline doorlopen wordt. Op het einde van elke week wordt door de kandidaat een evaluatieformulier afgegeven aan het staflid van de desbetreffende subdiscipline.
De mening van de ASO’s en de verpleegkundigen omtrent het functioneren van de kandidaat in de kliniek wordt in rekening gebracht.
Info m.b.t. interview:
Het interview vindt plaats in aanwezigheid van de coördinerende stagemeester, een relevante delegatie van de stafleden en indien mogelijk een niet-coördinerende stagemeester. De kandidaat stelt zichzelf voor, met zijn positieve en negatieve punten, waarna de evaluatoren vragen stellen. De gestelde vragen peilen onder meer naar sociale vaardigheden en sociaal probleemoplossend vermogen, professioneel gedrag, motivatie, organisatorisch inzicht, alsook naar zijn / haar motivatie voor de specialisatie.
Info m.b.t. praktijkgeschiktheid:
De geschiktheid voor het beroep wordt het best geëvalueerd tijdens het co-assistentschap. Het betreft een 360° beoordeling van je toekomstige werkomgeving, met evaluaties van verplegend personeel, assistenten en stafleden. Hierbij worden onder meer, waar mogelijk, volgende zaken op de werkvloer beoordeeld aan de hand van observatie en interactie:
- Theoretische kennis (algemeen en vakspecifiek)
- Praktische vaardigheden (assisteren bij ingrepen, uitvoeren klinisch onderzoek, …)
- Kritische ingesteldheid
- Probleemoplossend vermogen
- Ethisch gedrag
- Stressbestendigheid
- Omgang met en communicatie naar patiënten en collega’s zorgverleners
- Organisatie van het werk (klinisch en administratief)
- Omgaan met feedback
Info m.b.t. proef:
De proef bestaat uit een casus-presentatie (20 punten) en een praktische proef (10 punten).
Casus-presentatie:
Aan het begin van de selectieperiode krijgt de kandidaat een wetenschappelijke opdracht. Deze dient gedurende de selectieperiode uitgevoerd te worden en verwerkt te worden in een abstract. In de laatste week wordt het werk door de kandidaat voorgesteld en verdedigd voor het plenum van de staf. Na de presentatie volgt een ondervraging waarin wordt gepeild in welke mate de kandidaat de voorgestelde stof beheerst. De evaluatie van het wetenschappelijk werk beoordeelt zowel het proces, de tekst, de presentatie, als de verdediging van de kandidaat.
Praktische proef:
De proef wordt als volgt beoordeeld: 10 punten voor een vaardigheidstest (beoordeeld door chirurgen volgens het OSATS-principe).
Leden van selectiecommissie:
De selectiecommissie beoordeelt de kandidaat en stelt een rangorde op van de kandidaten. De selectiecommissie bestaat uit de vaste stafleden en minstens 1 niet-coördinerende stagemeester. De hoofdverpleegkundigen delen hun scores mee aan de leden van de selectiecommissie aan de hand van het evaluatieformulier. Externen (verpleging, assistenten) kunnen aanwezig zijn tijdens de presentaties van het wetenschappelijk werk. Elk lid van de commissie scoort individueel. De factoren die de score bepalen zijn beschreven in punt 2. De eindscore wordt bediscussieerd en de rangorde wordt met consensus opgesteld.
Info m.b.t. percentage plaatsen in selectierondes:
Selectieronde 1:
Uit de gerankte kandidaten die in aanmerking komen voor een contingentplaats, kunnen maximaal 2 niet-laatstejaarsstudenten geneeskunde of niet-UGent studenten doorstromen, onafgezien van het aantal contingentplaatsen.
Selectieronde 2 wordt enkel georganiseerd als de beschikbare opleidingsplaatsen niet ingevuld zijn na de eerste ronde, waarbij het aantal plaatsen bepaald wordt door het verschil tussen beschikbare plaatsen en ingevulde plaatsen tijdens de selectieronde 1. Als er tijdens selectieronde 1 voldoende geschikte kandidaten geselecteerd zijn, dan zal er geen tweede ronde georganiseerd worden.
mevr. Peggy Desmarey (tel. 09 332 56 85, Peggy.Desmarey@UGent.be)